angststoornis

Een angststoornis is een psychische aandoening gekenmerkt door intense, irrationele angst of bezorgdheid die leidt tot vermijdingsgedrag, lichamelijke symptomen en beperkingen in het sociale, beroepsmatige of persoonlijke functioneren.

  • de angst is langdurig (meestal meer 6 maanden, afhankelijk van de stoornis)
  • er is sprake van vermijding of lijden door de angst
  • de angstreacties kunnen lichamelijk zijn (zoals hartkloppingen, zweten of hyperventilatie)
  • de angst is niet realistisch of overdreven sterk in verhouding tot de situatie

Angst is op zich een normale emotie, maar bij een angststoornis is deze emotie uit balans en gaat het ten koste van de kwaliteit van leven. Niet elke angst is een stoornis. Pas als angst langdurig, overdreven en beperkend is, spreken we van een angststoornis. De persoon is zich ook vaak bewust van de irrationele aard van hun angst, maar kan het niet zomaar stoppen. Openheid, empathie en geen oordeel zijn cruciaal om iemand te helpen zich veilig te voelen.

alle
gegeneraliseerd
paniekstoornis
sociale fobie
specifieke fobie
agorafobie

gegeneraliseerde angststoornis (GAS)


symptomen
  • aanhoudende, buitensporige zorgen over alledaagse dingen (gezondheid, werk, geld, familie)
  • moeite met controle houden over de zorgen
  • minstens drie van de volgende symptomen gedurende meer dan 6 maanden
    • rusteloosheid of op scherp staan
    • snel vermoeid zijn
    • moeite met concentreren of een ‘leeg hoofd’
    • prikkelbaarheid
    • spierspanning
    • slaapproblemen

oorzaken
  • biologisch: onbalans in neurotransmitters zoals serotonine, noradrenaline en GABA
  • psychologisch: perfectionisme, laag zelfbeeld, vermijdingsgedrag
  • omgevingsfactoren: langdurige stress, overbeschermende opvoeding of trauma’s
  • genetisch: erfelijkheid speelt een rol

behandeling
  • cognitieve gedragstherapie (CGT): aanpassen van denkpatronen
  • medicatie: SSRI’s (zoals escitalopram), SNRI’s; benzodiazepines enkel kortdurend
  • mindfulness en ontspanningstechnieken
  • psycho-educatie

paniekstoornis


symptomen
  • terugkerende, onverwachte paniekaanvallen, met
    • hartkloppingen, zweten, trillen
    • kortademigheid, verstikkinggevoel
    • duizeligheid, onwerkelijkheidsgevoel (derealizatie)
    • angst om de controle te verliezen, doodsangst
  • minstens één aanval gevolgd door
    • aanhoudende bezorgdheid over nieuwe aanvallen
    • veranderingen in gedrag (bv. vermijden van triggers)

oorzaken
  • lichamelijke overgevoeligheid: verhoogde gevoeligheid voor interne prikkels
  • psychologisch: catastroferen van lichamelijke gewaarwordingen
  • stress of trauma
  • genetische aanleg

behandeling
  • cognitieve gedragstherapie met nadruk op
    • cognitieve herstructurering
    • interoceptieve exposure (blootstelling aan lichamelijke symptomen)
  • medicatie: SSRI’s (bv. sertraline), benzodiazepines (tijdelijk)
  • ademhalingsoefeningen

sociale fobie


symptomen
  • intense angst om negatief beoordeeld of afgewezen te worden
  • specifieke situaties: spreken in het openbaar, eten in bijzijn van anderen, sociale interacties
  • vermijdingsgedrag of verdragen met intense angst
  • fysieke reacties: blozen, beven, zweten, trillen

oorzaken
  • negatieve sociale ervaringen: pesten, afwijzing
  • overmatige zelfbewustheid
  • opvoeding: weinig sociale stimulatie, strenge of kritische ouders
  • erfelijkheid: verhoogd risico bij familieleden

behandeling
  • cognitieve gedragstherapie: sociale situaties oefenen, irrationele gedachten uitdagen
  • groepstherapie: oefenen van sociale interacties
  • medicatie: SSRI’s zoals paroxetine of sertraline
  • sociale vaardigheidstraining

specifieke fobie


symptomen
  • intense, aanhoudende angst voor een specifiek object of situatie: spinnen (arachnofobie), naalden (belonefobie), hoogtes (acrofobie), vliegen (aviatiefobie)
  • angst is buiten proportie en leidt tot vermijding of sterke angstreacties
  • aanhoudend langer dan 6 maanden

oorzaken
  • klassieke conditionering: negatieve ervaring met fobie-object
  • observerend leren: anderen zien reageren met angst
  • evolutiebiologisch: angst voor gevaarlijke dieren (slangen, spinnen) is aangeboren
  • genetische gevoeligheid

behandeling
  • exposuretherapie (systematische desensitisatie)
  • cognitieve gedragstherapie
  • in enkele gevallen: EMDR bij trauma-gerelateerde fobieën
  • medicatie meestal niet nodig

agorafobie


symptomen
  • angst voor twee of meer van de volgende
    • openbare ruimtes (pleinen, bruggen)
    • openbaar vervoer
    • winkels of bioscopen
    • alleen buitenshuis zijn
  • gevoel van "geen ontsnapping mogelijk" bij paniekaanval
  • vermijdingsgedrag: thuis blijven, enkel met vertrouwd persoon naar buiten

oorzaken
  • vaak ontstaan na paniekaanvallen
  • conditionering: bepaalde plekken geassocieerd met paniek
  • gevoel van controleverlies

behandeling
  • cognitieve gedragstherapie met exposure: stapsgewijs leren omgaan met gevreesde situaties
  • medicatie: SSRI’s, eventueel benzodiazepines voor korte termijn
  • soms huisbezoek of online therapie nodig bij ernstige vermijding
behandeling werkt bij opmerkingen
cognitieve gedragstherapie alle angststoornissen gouden standaard
exposuretherapie specifieke fobie, agorafobie, sociale angst kern van veel behandelingen
SSRI’s (bv. sertraline) GAS, paniekstoornis, sociale angst, agorafobie eerste keuze bij medicatie
benzodiazepines korte termijn bij ernstige angst verslavingsrisico
ademhaling en mindfulness GAS, paniekstoornis ondersteunend

kenmerken en signalen


gedrag
 

  • vermijding van bepaalde situaties, plaatsen of mensen
  • vluchtgedrag of overdreven behoefte aan veiligheid
  • uitstelgedrag of vermijden van verantwoordelijkheden
  • teruggetrokken of afwezig gedrag

 

lichamelijk
 

  • hartkloppingen, zweten, trillen
  • duizeligheid, misselijkheid
  • spierspanning of hoofdpijn
  • kortademigheid of een beklemmend gevoel
  • vermoeidheid door voortdurende spanning of slecht slapen

 

mentaal
 

  • aanhoudende zorgen of doemdenken
  • concentratieproblemen
  • prikkelbaarheid of snel geëmotioneerd raken
  • angst om de controle te verliezen, gek te worden of dood te gaan
  • perfectionisme of controlebehoefte (bij GAS)

 

communicatie
 

  • veel vragen om geruststelling
  • herhaaldelijk over dezelfde zorgen praten

 
stoornis mogelijke observaties
GAS voortdurend piekeren, zelfs over kleine dingen
paniekstoornis plots paniekaanvallen en vermijden van de plekken waar dit gebeurde
sociale angst vermijden van sociale bijeenkomsten, zacht spreken, wegkijken
specifieke fobie in paniek raken bij het zien van een bepaald dier of object
agorafobie nauwelijks buiten komen of niet alleen willen reizen

ondersteunen


luister zonder oordeel
 

  • laat de persoon praten over zijn of haar angst, zonder het te bagatelliseren of over te nemen
  • zeg bijvoorbeeld: “Dat klinkt echt lastig. Wil je er meer over vertellen?” en niet “Stel je niet zo aan” of “Dat is toch nergens voor nodig?”

 

erkenning
 

  • angst is echt voelbaar, ook als jij de situatie niet bedreigend vindt
  • neem het serieus zonder het te versterken

 

hulp
 

  • moedig professionele hulp aan (zonder te pushen)
  • zeg bijvoorbeeld: “Je hoeft dit niet alleen te doen. Er zijn mensen die je kunnen helpen.”

 

kleine stapjes samen
 

  • bij exposure-therapie of vermijdingsgedrag kun je ondersteunen door mee te gaan of kleine successen te vieren
  • voorbeeld: samen een korte wandeling maken als iemand agorafobie heeft

 

praktische steun
 

  • hulp bij afspraken maken of meegaan naar de huisarts
  • helpen met ontspanningsoefeningen of herinneren aan therapie

 

geduld
 

  • angststoornissen gaan zelden vanzelf over
  • er kunnen terugvallen zijn en het herstel verloopt niet altijd lineair

 

stel grenzen
 

  • het is niet jouw taak om de angst op te lossen
  • blijf beschikbaar, maar bewaak ook je eigen energie en mentale welzijn

 
niet doen waarom niet
“gewoon even diep ademhalen” bagatelliseert de ervaring
"je moet het gewoon loslaten” onrealistisch advies
de angst negeren of vermijden bekrachtigt vermijdingsgedrag
zelf de rol van therapeut aannemen kan averechts werken

wat zeker helpt

  • empathie tonen: “Ik zie dat het moeilijk is voor je.”
  • geduld en aanwezigheid: gewoon samen zijn zonder druk
  • informatie delen bijvoorbeeld over therapie of angststoornissen
  • aanmoedigen van zelfzorg: beweging, rust, structuur

Je staat er echt niet alleen voor. Neem contact op met je huisarts voor psychologische ondersteuning of ontdek onderstaande alternatieve therapieën.

ontdek de gezonde shop

bekijk deze essentiële producten