ze kende mijn zwakke plekken
en ze danste erop
elke dag opnieuw
ik was de man, dus ik moest sterk zijn
dus ik zweeg
nam de schuld op mij
kroop in mezelf
ik ging
met tranen in mijn ogen
en een tas vol angst
niet voor de wereld
maar voor haar woede
ik ben weggegaan
niet zomaar
niet zonder strijd
niet zonder honderd keer om te kijken
terug te lopen
mijn moed te verliezen
mezelf te verliezen
maar op een dag ben ik gegaan
ik had haar te lang toegelaten
me stuk te maken
met gedachten die zich als touwen om mijn nek sloten
met woorden die me deden krimpen tot niets
met handen die sneden
toen de binnenkant al volledig gebroken was
en toen ik uiteindelijk ging
weg, met niets dan een tas en gebroken zelfvertrouwen
dacht ik: dit is het begin van iets nieuws
vrijheid, misschien zelfs genezing
maar ze liet me niet gaan
ze ging naar instanties
naar rechters
naar hulpverleners
ze huilde
vertelde haar waarheid
en ze geloofden haar
en ik kon niets zeggen
want elk woord werd verdraaid
elk protest werd gezien als aanval
elke traan als manipulatie
ze liet me vrij in de wereld
maar bouwde een gevangenis van aantijgingen om me heen
zij was het slachtoffer, zei ze
altijd zij
en ik, ik was de dader
ze leeft verder
met haar nieuwe waarheid
een wereld waarin zij slachtoffer is
en ik een monster
ik leef nog
in stilte
in afwijzing
in een huis dat te stil is
ik vecht
niet tegen haar
ik heb haar al lang losgelaten
ik vecht voor hen
voor een plek in hun leven
en ik leef
elke dag opnieuw
niet voor wraak
niet voor haar erkenning
maar voor onze kinderen
voor wie ze ooit waren
voor wie ze hopelijk weer worden
en tot die dag blijf ik staan
niet voor haar
niet tegen haar
maar voor hen
voor mij